Een dag nadat psychoanalyticus Sigmund Freud op 29 augustus 1909 in New York is aangekomen met zijn collega Carl Jung, wordt een jonge vrouw wreed vermoord. Nog een dag later kan de rijke erfgename Nora maar net aan een soortgelijke moord ontsnappen en reageert hysterisch. Dan wordt de jonge psychoanalyticus Stratham Younger ingeschakeld, die de door hem bewonderde Freud om hulp vraagt. Onder diens supervisie probeert Younger Nora’s tegenstrijdige verhalen te analyseren, terwijl rechercheur Littlemore de dader probeert te vinden. Intussen komt Freud onder vuur van Amerikaanse medici te liggen. De waarheid die Younger en Littlemore ontdekken, is gecompliceerder dan verwacht. Dit debuut van de Amerikaans hoogleraar Recht aan Yale University, die promoveerde op Freud, is een zeer geslaagde psychologische, historische detectiveroman, waarin verschillende subplots sterk met elkaar zijn verweven tot een intrigerend en spannend verhaal dat steeds verrassende wendingen neemt en een heel levendig tijdsbeeld geeft. Goede vertaling. Uitgave in zakformaat op dundrukpapier als zogenoemde 'dwarsligger'; de regels lopen evenwijdig met de rug, zodat de lezer het boek een kwartslag moet keren en de vouw van de rug zich horizontaal halverwege de bladspiegel bevindt. Kleine druk.